Biostimulanten en biopesticiden: De verschillen

Biostimulanten en biopesticiden zijn onmisbaar voor een weerbare teelt. Extremer weer, nieuwe plagen en strengere regels maken het je als teler niet makkelijk. De verschillen? Biostimulanten bouwen aan natuurlijke weerstand, terwijl biopesticiden specifieke problemen aanpakken.

Wat zijn biostimulanten?

Biostimulanten zijn natuurlijke stoffen die een positief effect hebben op de groei van het gewas. Ze:

Verbeteren de opname van voedingsstoffen en maken je plant weerbaarder tegen abiotische stress, zoals bovengrondse temperatuur, droogte en instraling. Maar ook ondergronds, door een hoog zoutgehalte in de bodem.
Helpen stoffen omzetten naar voor de plant makkelijk opneembare voedingsstoffen. Dit resulteert in een verbeterde gewaskwaliteit en groei.
Vallen niet onder gewasbeschermingsmiddelen, maar onder de Meststoffenwet, omdat ze de groei en vitaliteit van de plant bevorderen zonder direct plagen of ziekten te bestrijden.

Niet onbelangrijk: Biostimulanten hebben geen directe werking tegen biotische stress, zoals ziektes en plagen. Maar ze versterken het natuurlijk vermogen van de plant, waardoor de plant zich beter kan weren.

Welke soorten biostimulanten zijn er?

Biostimulanten kun je opdelen in twee groepen: microbiële biostimulanten en niet-microbiële biostimulanten. Hieronder lees je de verschillen:

Groep	Wat valt hieronder?	Voorbeelden
Microbiële stimulanten	Schimmels	Mycorrhiza
	Bacteriën
Niet-microbiële stimulanten	Fulvinezuren/ huminezuren	Restproduct waterzuivering
	N-rijke verbindingen	Organic Plant Feed (OPF)
	Plantextracten	Algen, zeewieren, wilgenbast
	Biopolymeren	Chitine
	Anorganische verbindingen	Alliuminium (AI), Cobalt (Co), Seleen (Se), Silicium Si)

Bron: FPR 2019/2009 (Fertilising Products Regulation)

Wat zijn biopesticiden?

Biopesticiden zijn groene middelen tegen biotische stress, zoals specifieke ziekten, plagen en andere schadelijke organismen. Ze kennen geen maximale residu limiet (MRL). Oftewel: na toepassing vind je geen restanten terug in de bodem. Het zijn zachtere en meestal veiligere middelen voor biologie en bevatten alleen een natuurlijk product als werkzame stof. De werkzame stof kan afkomstig zijn van een van nature aanwezige chemische stof (of levend organisme). Of een stof die uit de natuur wordt gehaald of gekweekt. Vanwege deze stoffen vallen biopesticiden onder de Gewasbeschermingswet en vereisen ze officiële toelating voor gebruik.

Let op: Biopesticiden met insecticidewerking kunnen neveneffecten hebben op biologie, zoals bijen, nuttige insecten en waterorganismen. Maar ook op bodembiologie zoals rhizosfeer.

Welke soorten biopesticiden zijn er?

Groep	Wat valt hieronder?	Voorbeelden
Biologisch	Bacteriën	Serenade, Mycostop, Gnatrol, Dipel, Turex, Romeo
	Schimmels	Trianum, Asparello
Niet-biologisch	Plantextracten	Limocide, Spyro, Nemguard

De belangrijkste verschillen tussen biostimulanten en biopesticiden

Het grootste verschil zit in het doel en de wetgeving. Biostimulanten vallen onder de meststoffenwet. Ze maken je gewas sterker door de plantweerbaarheid te verhogen, waardoor het gewas beter bestand is tegen abiotische stressfactoren. Biopesticiden gebruik je als bestrijdingsmiddel tegen biotische stressfactoren en vallen onder de gewasbeschermingswet. Voor biopesticiden heb je een officiële toelating nodig.

Kenmerken	Biopesticiden	Biostimulanten
Doel	Het bestrijden van plagen, ziekten en andere schadelijke organisme (biotische stressfactor).	Heeft géén bestrijdende factor, maar het versterkt het eigen vermogen van een plant om zichzelf te verdedigen tegen abiotische stressfactoren.
Wetgeving	Toelating CTGB (bevat een N-nummer) en valt onder de Gewasbeschermingswet en vereist officiële toelating voor gebruik	Valt onder de meststoffenwet
Aanpak	Zet je vaak reactief in bij plagen en ziekten, maar kan ook preventief worden ingezet.	Zet je in als basis van een gezond gewas.

De belangrijkste overeenkomst tussen biostimulanten en biopesticiden

Beide passen heel goed in een groene strategie. Zowel biostimulanten als biopesticiden hebben geen wachttijd en geen maximale residu limiet (MRL).

Het belang van een sterk gewas: zet biostimulanten tijdig in!

Door het wegvallen van steeds meer chemische middelen is het belangrijker dan ooit om vooruit te denken. En niet pas te handelen als het te laat is (reactief).

Begin op tijd met biostimulanten. Op deze manier zorg je in de basis voor een gezond, sterk en weerbaar gewas, voordat de uitdaging zich aandient. Pas biostimulanten ook tijdens de teelt toe om de plantweerbaarheid op peil te houden.

Sommige biopesticiden en groene middelen kun je ook preventief inzetten. Dit kan alleen bij biopesticiden en groene middelen met een systemisch effect. Oftewel: wanneer het wordt opgenomen via de wortels en het blad van de plant. Is dit niet het geval, dan zet je de biopesticiden altijd reactief in wanneer biotische stressfactoren zich voordoen. Controleer na gebruik altijd of ze goed werken. Zo voorkom je resistentie.

Let op: Veel biopesticiden en biostimulanten zijn van organische oorsprong en kunnen worden afgebroken door harde ontsmettingsmiddelen zoals waterstofperoxide en chloor. Combineer deze producten daarom nooit, om de effectiviteit en veiligheid te waarborgen. Vraag je adviseur naar de oplossing, zodat je biopesticiden en biostimulanten naast ontsmettings- en reinigingsmiddelen kunt inzetten.